5 thema’s

Hieronder hebben we een lijst gemaakt van een aantal van de grootste problemen in de mode-industrie. Helaas gaat er in deze industrie zoveel mis dat dit bij lange na geen volledige lijst is. Voor het geval je meer wilt leren zijn we hier een lijst met bronnen aan het maken: (link volgt snel). Ook zijn we natuurlijk altijd blij met extra bronnen/informatie die je met ons wilt delen!

  1. uitbuiting

  1. (Neo-)kolonialisme

    De mode-industrie is gebaseerd op een institutionele vorm van racisme uit het koloniale verleden, en is deel van een neokoloniaal heden. Koloniale denkwijzen en praktijken worden voortgezet in de immens uitbuitende manier waarop de industrie vandaag de dag opereert, waarbij menselijke arbeid en natuurlijke materialen worden gezien als niets meer dan een onbeperkte bron voor oneindige groei. De meeste van deze arbeid en "grondstoffen" komen uit landen die juist vanwege o.a. het vergaren van die dingen zijn gekoloniseerd, en die nog steeds lijden onder (de gevolgen van) (neo-)koloniaal geweld. Deze praktijken treffen onevenredig veel inheemse gemeenschappen en mensen uit het mondiale zuiden.

  2. Gedwongen arbeid

    Dwangarbeid is nog steeds een gangbare praktijk in de kledingindustrie. In China worden meer dan een miljoen Oeigoeren worden vastgehouden in concentratiekampen en onderworpen aan systematische dwangarbeid. Deze mensen uit de autonome Oeigoerse regio Xinjiang worden door de Chinese regering onderdrukt, uitgebuit en onderworpen aan genocide. 1 op de 5 katoenen kledingstukken op de mondiale kledingmarkt is geproduceerd met Oeigoerse dwangarbeid. Extreem laagbetaalde of onbetaalde dwangarbeid wordt gebruikt in alle lagen van de textielketen. Meer dan 40 miljoen mensen ter wereld werken onder vormen van moderne slavernij, waarvan de meerderheid vrouwen. Ook kinderarbeid komt veel voor. Ondanks dat het lastig is om informatie over deze praktijken te vinden - omdat merken niet willen dat we dit weten - is aangetoond dat ook gevangenen, bijvoorbeeld in de VS, worden gedwongen om kleding te maken. Een berucht voorbeeld is Victoria's Secret, wier lingerie in de jaren negentig werd geproduceerd door gevangenen in de Leath Correctional Facility in Greenwood voor 10 cent per uur. Het ontmaskeren van deze dwangarbeid is essentieel - het voedt onze woede tegen de giftige mode-industrie.

  3. Gevaarlijke werkomstandigheden

    Kledingproductie is voornamelijk verplaatst naar delen van de wereld die gedestabiliseerd zijn. Deze delen van de wereld hebben vaak slechte arbeidsvoorschriften, die op hun beurt leiden tot mensenrechtenschendingen. Gevaarlijke werkplekken, hongerlonen, kinderarbeid, genderdiscriminatie en het oprollen van vakbonden zijn gangbare praktijken. Fast fashion maakt gebruik van lange ketens van onderaannemers, waardoor transparantie en verantwoording ontbreken. In 2013 leidde de instorting van de Rana Plaza-fabriek in Dhaka, Bangladesh tot ten minste 1.132 doden, en bracht de fatale gevolgen van deze arbeidsomstandigheden en het gebrek aan verantwoording aan het licht. Mensenrechtenschendingen vinden ook plaats in Europa, waar fabrieken mensen uitbuiten die geen papieren bezitten of zich anderszins in zeer moeilijke en onstabiele situaties bevinden. Merken misbruiken deze al kwetsbare mensen voor hun eigen winst.

  4. Lage lonen

    98% van de kledingarbeiders ontvangt geen leefbaar loon. Soms worden mensen helemaal niet betaald. Ze moeten bijvoorbeeld een onbetaalde proefperiode doorlopen voordat ze hun armoedeloon ontvangen, als ze niet al voor die tijd worden ontslagen. Een andere uitbuitingspraktijk in fabrieken is het eisen van onhaalbare quota, waardoor werknemers gedwongen worden onmenselijk lange diensten te draaien zonder pauzes. Ondertussen maken modemerken jaarlijks enorme winsten. 

 

2. Klimaatcrisis

  1. Grootvervuiler

    De mode-industrie is een van de meest vervuilende industrieën ter wereld en stoot meer CO2 uit dan de lucht- en zeevaart samen. Voor het winnen van grondstoffen, kledingproductie en transport zijn enorme hoeveelheden energie nodig - energie die voornamelijk met fossiele brandstoffen wordt geproduceerd.

  2. Fossiele mode

    Op dit moment wordt 69% van de nieuw geproduceerde kleding gemaakt van synthetische vezels. Het meest voorkomend zijn polyester en acryl. Synthetische vezels zijn plastics, wat betekent dat ze gemaakt zijn van aardolie. Dit maakt het recyclen van kleding erg moeilijk, vooral vanwege het gebruik van mengsels van synthetische en natuurlijke materialen die later niet meer te scheiden zijn. Toch overdrijven modemerken graag hun recyclinginspanningen als onderdeel van hun marketingcampagnes.

  3. Stijgende zeespiegel

    Één voorbeeld van de gevolgen van klimaatverandering die nu al voelbaar zijn, is de stijging van de zeespiegel. Zeespeigelstijding bedreigt kustgemeenschappen over de hele wereld - inclusief gebieden waar veel kledingarbeiders wonen, zoals in de gevallen van Pakistan of Bangladesh - en kan leiden tot de ontheemding van tientallen honderden tot miljoenen mensen. In dit geval, zoals bij de meeste gevolgen van klimaatverandering, zijn de zwaarst getroffenen het minst verantwoordelijk voor het ontstaan van de crisis. Sommige laaggelegen eilanden zijn al verloren gegaan of onbewoonbaar geworden doordat zoetwaterbronnen zijn verzilt als gevolg van zeewater-overstromingen.

 

3. ECOcide

  1. Microplastics 

    De kledingindustrie is een van de grootste bronnen van microplastics. 35% van de plastics in de oceanen zijn een gevolg van het modesysteem. Bij het wassen en drogen van synthetische kleding komen microvezels vrij. De meeste daarvan worden niet vastgehouden door waterzuiveringsinstallaties en komen in oceanen en rivieren terecht. Microplastics zijn schadelijk voor het milieu en al het leven, zowel vanwege de chemicaliën die ze zelf bevatten, als omdat ze transporters kunnen worden van giftige stoffen. Ze worden opgegeten door kleine organismen, en banen zich een weg door de voedselketen tot op ons bord. Microplastics zijn overal aangetroffen, van pool-ijs tot menselijke placenta's.

  2. Giftige chemicalien 

    De giftige chemicaliën die worden gebruikt bij de productie van stoffen komen terecht in grondwater, drinkwater, bodems en sedimenten. Uit rapporten blijkt dat er meer gevallen zijn van hartziekten, geboorteafwijkingen, huidaandoeningen en kanker bij textielarbeiders, en zelfs bij mensen die slechts in de buurt wonen van fabrieken: bijvoorbeeld in het geval van viscose. De chemische stof die bij de productie van viscose wordt gebruikt heet Koolstofdisulfide, een acuut giftige (dodelijke) chemische stof die al het leven in de omringende riviersystemen doodt. Door het dumpen van afval dat vrijkomt bij de viscoseproductie raken de voedingsstoffen in de bodem uitgeput, waardoor plantengroei wordt beperkt - met mislukte oogsten en hongersnood voor de plaatselijke bevolking tot gevolg.

  3. Overmatig watergebruik

    Een van de meest gebruikte materialen, katoen, vereist enorme hoeveelheden water om te produceren - in totaal gaat er ter wereld meer water naar katoen dan naar alle andere gewassen. Er is ongeveer 2700 liter water nodig om één t-shirt te produceren, en het (zoete) water dat hiervoor wordt gebruikt raakt vaak vervuild, of verdampt tijdens het proces. Vooral het verven van stoffen is zeer vervuilend. Landen/regio's met de grootste mondiale katoenproductie - zoals India, Pakistan, China, de Verenigde Staten en Turkije - kampen met watertekorten. Het water dat nu voor kantoenproductie wordt gebruikt, is water dat ook gebruikt had kunnen worden om in de dagelijkse behoeften van mensen te voorzien, en is daarnaast hard nodig voor het gezonde functioneren van ecosystemen.

 

4. Overconsumptie

  1. Afval stapelt zich op

    Het kopen van kleding genereert een enorme hoeveelheid afval. Elke seconde wordt het equivalent van een vrachtwagenlading aan kleding op een vuilnisbelt gedumpt of verbrand. Jaarlijks worden 100 miljard nieuwe kledingstukken geproduceerd. Omdat collecties vaak veranderen en prijzen dalen kopen we steeds meer kleding en gooien we het sneller weg of laten het verstoffen achterin de kast. Een derde van de geproduceerde kleding wordt nooit gedragen en belandt rechtstreeks op een stortplaats of in een verbrandingsoven. 

  2. Uitputting van natuurlijke bronnen

    Voor de productie van al die kleding is een enorme hoeveelheid materiaal nodig. Een verschuiving van het gebruik van kunstmatige naar natuurlijke stoffen is niet voldoende om de milieueffecten van de mode-industrie te verminderen. Overexploitatie van natuurlijke materialen is net zo goed schadelijk en onethisch. Denk bijvoorbeeld aan de eerder besproken waterproblemen die komen kijken bij katoenproductie, de bekende verwoestende effecten van monoculturen in het algemeen, of de dierenmishandeling die komt kijken bij het verkrijgen van materialen als wol, leer en bont.

  3. domineren van de publieke ruimte 

    Multinationale modeketens domineren ons stadslandschap en nemen vaak massaal ruimte in in onze binnensteden. Dit ontneemt ons van potentiële woonmogelijkheden en sociale bijeenkomstplaatsen, te midden van een grote woningcrisis. Steden verliezen hun karakter doordat steeds dezelfde merken in hun hoofdstraten vertegenwoordigd zijn. Deze gebieden verwelkomen alleen "consumenten" en nemen publieke ruimte in die toebehoort aan alle stadsbewoners. 

 

5. liegende industrie

  1. Onrealistische beelden

    De mode-industrie buit onze onzekerheden uit en verspreidt ableïsme, seksisme en racisme in onze samenleving om ons meer te laten kopen. Veel merken gebruiken modellen met een normatief dun lichaamstype, en modetijdschriften brengen onbereikbare schoonheidsidealen over door middel van photoshop, wat leidt tot eetstoornissen en geestelijke gezondheidsproblemen. Zelfs wanneer merken meer inclusief lijken te worden, blijft deze inclusiviteit zeer oppervlakkig en worden modellen vaak nog dagelijks geconfronteerd met racisme en bodyshaming. De mode-industrie laat ons geloven dat schoonheid alleen binnen nauwe kaders kan bestaan, en dat we alleen mooi kunnen zijn door te voldoen aan de trend van de dag - of het nu gaat om kleding of zelfs lichaamstypes.

  2. Greenwashing

    In het licht van het toenemende publieke bewustzijn over klimaatverandering liegen modemerken ons voor door middel van greenwashing. Ketens doen alsof ze duurzamer zijn dan ze in werkelijkheid zijn, met als enige reden meer te kunnen verkopen. Dit misleidt consumenten en geeft mensen het valse gevoel dat ze iets ethisch en duurzaams hebben gekocht, terwijl dat in werkelijkheid helemaal niet het geval is.

  3. Image-washing

    Merken eigenen zich de progressieve waarden van sociale bewegingen toe (bv. antiracistische, feministische of queer bewegingen) om een betere reputatie voor zichzelf te creëren. Ze willen dat jonge en betrokken mensen toch hun producten blijven kopen. Dit is een façade, hun enige doel is om te kapitaliseren op de populariteit van bepaalde bewegingen. Wat betekent het bijvoorbeeld om een shirt met de tekst "feminist" te verkopen, als datzelfde shirt gemaakt is door een overwerkte, onderbetaalde, ziek gemaakte of door haar werkgever (seksueel) misbruikte vrouw van kleur? Deze vorm van image-washing betekent meestal niet dat een bedrijf daadwerkelijk werkt aan verbeteringen op het gebied van mensenrechten of klimaatrechtvaardigheid.

  4. We zijn meer dan consumenten

    In de huidige consumptiemaatschappij worden mensen vooral gezien als consumenten. Meer consumeren maakt ons niet gelukkiger. De industrie is er bij gebaat dat "de consument" zelf geen producten kan maken. Kennis over maakprocessen is niet algemeen beschikbaar, wat leidt tot een afstand tot de productieprocessen en een devaluatie van het maken van kleding en van de kledingstukken zelf. Door de industrialisering van de mode zien we de praktijk van het maken en repareren afnemen. Om steeds weer meer te verkopen gebruikt de snelle mode-industrie ingebouwde veroudering in hun producten: ze maken ze expres zo dat ze kapot gaan na een bepaald aantal keer wassen of dragen. Door voor onze kleding te leren zorgen en manieren te vinden om ze zelf te maken, maken we ons los van het idee enkel een consument zijn en worden we makers en herstellers - actieve deelnemers en besluitvormers, die de mode stap voor stap repareren.